Opening Lotgenotendag 1 juni 2024

Opening
Als tekst voor de opening van deze Lotgenotendag heb ik gekozen voor het verhaal van de ‘dochter van Jefta’; een verhaal uit het boek Richteren. In de tekst die we zullen lezen heeft Jefta net aan God een gelofte gedaan dat als hij de strijd tegen de Ammonieten wint en behouden thuiskomt, dat hij het eerste wat hem vanuit zijn huis tegemoetkomt zal offeren. 

Richteren 11: 34 – 40 
Toen Jefta terugkwam bij zijn huis in Mispa, werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Zijn dochter ging voorop. Zij was zijn enige kind, andere zonen of dochters had hij niet. Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.’ ‘U hebt de HEER een gelofte gedaan, vader,’ antwoordde ze. ‘Nu Hij u gewroken heeft op uw vijanden, de Ammonieten, moet u met mij doen zoals u hebt beloofd. Maar dit wil ik nog vragen: gun me voordat u uw gelofte ten uitvoer brengt nog twee maanden tijd, zodat ik met mijn vriendinnen de bergen in kan trekken om erover te treuren dat ik nooit iemands vrouw zal zijn.’ ‘Goed,’ zei Jefta, en hij liet haar voor twee maanden de bergen in gaan om met haar vriendinnen om haar maagdelijkheid te treuren. Toen die twee maanden voorbij waren keerde ze naar haar vader terug, en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer. Nooit had ze met een man geslapen. Sindsdien is het in Israël de gewoonte dat de jonge meisjes elk jaar vier dagen lang rouwklagen om Jefta’s dochter.

Overweging
“Verhalen van verschrikking” zo heet een boek van de Amerikaanse theologe Phyllis Trible, waarin ze ook dit verschrikkelijke verhaal beschrijft. Jefta doet de onzinnige belofte en dus moet zijn dochter sterven.
Het is een verhaal dat afschrikt en tegelijk ook herkenbaar is. Herkenbaar als vrouwenverhaal, waarin het leed doorklinkt van vrouwen die de eeuwen door geofferd worden in een wereld die door mannenmacht bepaald wordt. Feminicide noemen we dat nu, vrouwenmoord omdat een man, een familie het niet kan hebben dat een vrouw niet beantwoordt aan de verwachtingen van de partner, de familie of het systeem.
In onze context van onze Lotgenotendag is het een verhaal over manipulatie en machtsmisbruik en de gevolgen daarvan. Het verhaal begint met Jefta die gekozen is tot leider om tegen de Ammonieten te strijden. Voordat het gevecht begint doet hij de Heer een gelofte om zich extra te verzekeren van goddelijke hulp: Hij zal het eerste wat hem tegemoetkomt uit zijn huis offeren aan de Heer. Voor wàt hij zal offeren neemt hij zelf hier geen verantwoordelijkheid en ook later zal hij die verant­woordelijkheid niet op zich nemen. Op zijn gelofte komt dan ook niet een instemmende reactie van God. God zwijgt.
Vervolgens gaat Jefta de strijd aan met de Ammonieten en wint de strijd. Jefta heeft gekregen wat hij wilde op de manier waarop hij dat wilde, maar hij begrijpt nog niet dat winnen op deze manier juist verlies betekent. Na zijn overwinning keert Jefta naar huis terug en komt zijn dochter hem dansend en zingend tege­moet. En daarmee is haar lot bepaald.
Het verhaal dat hier verteld wordt doet denken aan de geschiedenis van Abraham en Isaak. Maar de gelijkenis gaat mank. Jefta is niet Abraham. Bij Abraham was het God die het geloof van Abraham op de proef stelde en waarin God uiteindelijk duidelijk maakt  dat Hij anders dan de omringende goden, geen mensenoffers wenst. Wanneer Jefta zijn dochter ziet, scheurt Jefta zijn kleren. Je eerste gedachte is dan: hij raakt in diepe rouw omdat hij zo’n vreselijke belofte heeft gedaan dat hij zijn dochter zal moeten doden, je denkt dat hij rouwt om zijn dochter maar als we naar de woorden luisteren die gesproken worden – dan rouwt hij om zichzelf en wijst zijn dochter aan als de schuldige! “Blaming the victem” is de technische Engelse term voor wat hier gebeurt: …. Blaming the victem: het slachtoffer heeft het gedaan! Niet Jefta is de schuldige, maar zijn dochter; dan had ze daar maar niet moeten lopen!
En God?…God zwijgt, omdat wat hier gebeurt niets met God,  maar alles met het ongeloof van Jefta te maken heeft.  God zwijgt omdat wat hier gebeurt te maken heeft met ongeloof, narcisme en manipulatie.  

Als je het verhaal leest en hoort, heb je tot op het laatst de hoop dat het onvermijdelijke niet zal gebeuren.
Zoals in sprookjes; zoals bij Abraham. Maar in het verhaal van de dochter van Jefta is er geen reddende stem die tussen beide komt om het kind te redden. De vader voert zijn gelofte uit, precies zoals hij zich had voorgenomen om te doen. De dochter wordt gedood. De waanzin wint. Maar dood en de waanzin hebben niet het laatste woord in deze geschiedenis. Het naschrift van het verhaal vertelt over de solidariteit van vrouwen die de gedachtenis aan de dochter van Jefta levend houden, door haar leven en zinloos sterven jaarlijks 4 dagen te gedenken. Een stil protest tegen onrecht dat niet had mogen gebeuren.

Ik herken me wel in die hoop op een goed einde, dat de waanzin het niet zal winnen. In het proces van visitatie en losmaking heb ik steeds gedacht, geloofd dat er wel een moment zou komen dat er recht gedaan zou worden, dat mensen tot bezinning zouden komen, dat visitatoren, een GCA het onrecht en de manipulatie zouden zien en zouden rechtspreken wat krom tot stand gekomen was… maar het was ijdele hoop. Ik werd niet vermoord maar ik ben wel mijn geloof in de kerk als instituut kwijtgeraakt en voor de rest van mijn leven tot op mijn ziel getekend en beschadigd.  

Maar terug naar het verhaal en de dochter van Jefta. Zij blijft naamloos. Jammer, maar het geeft ons de mogelijkheid om op haar plaats elke naam in te vullen van mensen die als zij, slachtoffer worden van mannen, vrouwen met macht en onrechtvaardige systemen. Mijn naam, jouw naam… de namen van onze partners en kinderen… collega’s. Lange tijd is de dochter van Jefta in bijbelse commentaren neergezet als een wat onwetende naïeve maar vooral gehoorzame dochter.
In mijn beleving doet dat beeld geen recht aan haar optreden. Ik zie een vrouw die moedig aankijkt wat zich voltrekt en haar verantwoordelijkheid neemt. In die bizarre situatie waarin zij terecht is gekomen vraagt zij om uitstel van executie en vraagt zij om ruimte om zich samen met haar vriendinnen te kunnen voorbereiden op haar dood die gewelddadig zal zijn en des te bitterder omdat het door haar eigen vader voltrokken zal worden.

Het verhaal van Jefta is een verhaal van verschrikking van toen lang geleden maar ook van vandaag omdat dit verhaal vertelt over onrecht en leed dat mensen elkaar aandoen met de Bijbel in de hand, met de naam van God in de mond – met het geloof als dekmantel.
Als losgemaakte predikanten en onze naasten hebben we vaak met verbijstering ervaren hoe van God los de processen van losmaking verlopen, geleid door vrome collega’s en kerkelijke organen, die hun besluiten gewetenloos en genadeloos ten uitvoer brengen. Het verhaal van de dochter en haar vriendinnen vertelt ons hoe belangrijk bondgenootschap, solidariteit en vriendschap is – om staande te blijven en je eigen waardigheid te bewaren, in situaties van manipulatie, machtsmisbruik en karaktermoord. Voor ons als losgemaakte predikanten en onze naasten is dat lotgenotencontact belangrijk om ons isolement te doorbreken en elkaar te steunen in het overeind blijven en verder kunnen met ons leven na een traumatische losmaking. Daarnaast hebben we bondgenoten nodig die ons helpen om te begrijpen wat er nou precies gebeurt, in onszelf als ‘moral injury’ en die vertellen waar de fouten in het systeem zitten.
We hebben bondgenoten nodig die ons helpen om tot verandering kunnen komen van een systeem van visitatie, hoorzittingen en uitspraken die massief onrechtvaardig uitpakken voor velen die met losmaking of ontslag te maken krijgen.

Ik hoop dat deze dag met lotgenoten en bondgenoten tot zegen en opbouw mag zijn voor onszelf en voor de kerk als geloofwaardig instituut.

Bestuur Werkgroep Lotgenoten
Lotgenotendag

1 Juni 2024