Emmaüskerk Amersfoort
Zondag 6 oktober 2024, Emmauskerk, Amersfoort
Lezing OT: Genesis 11, 27 t/m Genesis 12, 3
Gemeente van onze heer Jezus,
Deze Israëlzondag wordt gekleurd door de immense strijd die momenteel weer in het Midden-Oosten is losgebarsten. Morgen is het alweer een jaar geleden dat die oorlog begon.
Het is helaas niet voor het eerst dat er spanningen bestaan tussen Joden, Christenen en Moslims. Denk aan de kruistochten in de Middeleeuwen om het bezit van Jeruzalem. Of neem de Katholieke Koningen Isabel en Ferdinand die in de 15e eeuw eerst de Moslims en daarna de Joden uit Spanje verdreven. Denk aan de Jodenvervolging in WOII, door mensen die zich christen noemde. Denk aan 9/11, de aanslag op de Twin Towers. Om maar eens een paar voorbeelden te noemen.
Jodendom, Christendom, Islam. Zo vaak zijn ze in strijd verwikkeld met elkaar. Zo vaak zijn ze intolerant tegen over elkaar. Ze bestrijden elkaar en m.n. Christenen en Moslims doen dat vaak ook nog eens met het grote boek in de hand: God wil het.
En er zijn zowel Christenen als Moslims die het prima vonden of vinden om andersgelovigen met dreiging en geweld tot bekering en onderwerping te dwingen.
Wanneer is dit toch begonnen?
Met Abraham is het begonnen. Niet de strijd natuurlijk, maar het ontstaan van deze drie godsdiensten. Abraham is een ongelooflijke belangrijke figuur. Hij staat aan de wieg van het Jodendom, het Christendom en de Islam. Alle drie deze godsdiensten aanbidden de God van Abraham aanbidden. Alle drie claimen Abraham als stamvader. Voor de Joden is Abraham hun stamvader via de lijn van Izaäk en daarna Jacob, Israël. Voor de Christenen is Abraham de grote geestelijke voorvader van Jezus. Voor de Moslims is Abraham hun stamvader, via de lijn van Ismaël, zijn oudste zoon. Alle drie zien ze zich als kinderen van Abraham – en hun geloofsopvattingen kunnen zeer uiteenlopen.
Wat geloofde Abram eigenlijk zelf?
Hij was geen Jood. Hij had geen heilig boek, geen leerstellingen of geloofsbelijdenis. Hij wist niets van de bevrijding van Israël door de HEER uit Egypte, hij weet niets van Mozes of dat de HEER de Thora gaf. Hij wist niets van de Tien Geboden of de profetieën.
Abram was zeker geen christen. Hij wist niets van Jezus, die voor onze zonden gestorven zou zijn. Hij had geen idee van de Drie-eenheid van God geformuleerd in het dogma en hij wist niets van de twee-naturenleer van Jezus. Van predestinatie had hij niet gehoord, laat staan van dubbele predestinatie. En hij weet niets van de geloofsbelijdenis die belijdende christenen moeten onderschrijven, bv die van Athanasius die mensen op straffe van hel en verdoemis voorschreef welke dogma’s ze voor wat ze voor waar moesten houden.
En Abram was geen moslim. Hij kende Mohammed niet en van de vijf zuilen wist hij ook niets. Sharia – voor hem onbekend. Abram wist van niks van Mekka en pelgrimage daarheen – het was hem allemaal onbekend.
Abram is geen Jood, geen Christen, geen Moslim.
Wat geloofde Abram zelf?
Het lijkt er opdat Abram zelfs Gods naam niet goed weet. De verhalen van Genesis door, lijkt het wel of Abram niet precies weet, met welke God hij te maken heeft. Hij aanbidt de HEER God onder verschillende namen. In dit roepingsverhaal staat de Godsnaam, zoals wij die kennen. Maar als later God wil dat Abram en zijn zonen besneden moeten worden dan heet God El Shaddai. En als Abram een tamarisk plant ter ere van God, dan wordt God El Olam genoemd. Het lijkt alsof Abram God onder de goden zoekt, alsof hij zijn God in verschillende verschijningsvormen aanbidt.
God ligt niet vast, zelfs zijn naam is nog niet duidelijk. Maar Abram heeft vertrouwen in deze God. Abram heeft God niet in zijn macht, hij kan hem niet manipuleren. God is zijn God, maar hij heeft hem niet in bezit. Hij kent hem, maar begrijpt hem niet altijd. Hij hoort hem, maar vat hem niet in woorden. Hij ziet hem, maar legt hem niet vast in een beeld. Pas met vallen en opstaan, gaande de weg wordt hem enigszins duidelijk wie het is die hem bij name riep…
En toch, voor Abram is duidelijk: deze God, die mij geroepen heeft, die mij de belofte gegeven heeft – deze onzichtbare god, niet in woorden niet in een naam te vatten: deze God is Een, deze God is de enige. De enige die ik wil dienen, deze is Heer over alle goden. Buiten hem geen andere god. Abram vertrouwt op God, en luistert naar hem.
En daarom wordt Abram de vader van alle gelovigen genoemd, niet omdat die gelovigen de HEER God kunnen vangen in woorden, maar omdat zij hun vertrouwen in deze HEER God gesteld hebben.
Joden, christenen, moslims – kinderen van één Vader.
Hoe goed zou het zijn als we ons dat steeds realiseerden.
Hoe goed zou het zijn als we broeders en zusters konden samenwonen in vrede.